U kunt uw leegstaande woning tijdelijk verhuren. Hiervoor heeft u wel een vergunning nodig van de gemeente waar de woning staat. Dit is geregeld in de Leegstandwet.
U kunt uw leegstaande woning tijdelijk verhuren. Hiervoor heeft u wel een vergunning nodig van de gemeente waar de woning staat. Dit is geregeld in de Leegstandwet.
Het kabinet heeft het voor huiseigenaren makkelijker gemaakt om een nog te koop staande woning tijdelijk te verhuren. Dit is bijvoorbeeld het geval als u zelf al een nieuw huis wilt kopen of heeft gekocht. De volgende wijzigingen zijn per 1 juli 2013 ingegaan.
Eigenaren van woonruimte mogen meer dan 1 keer een vergunning voor tijdelijke verhuur aanvragen, op voorwaarde dat er tussen beide aanvragen minimaal 5 jaar zit waarin voor de woning geen vergunning voor tijdelijke verhuur heeft gegolden.
De volgende woonruimten zijn volgens de Leegstandwet tijdelijk te verhuren:
De vergunning voor tijdelijke verhuur van leegstaande woningen en gebouwen vraagt u aan bij de gemeente. U gebruikt hiervoor het formulier 'Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte'.
Bij te koop staande koopwoningen wordt de vergunning ineens verleend voor 5 jaar.
Bij woonruimte in een gebouw waarvoor een ontheffing van het bestemmingsplan is verleend wordt de vergunning ineens verleend voor de duur van die ontheffing (met een maximum van 10 jaar).
Voor woonruimte in huurwoningen in afwachting van sloop of renovatie of voor woonruimte in een gebouw waarvoor geen ontheffing van het bestemmingsplan is verleend wordt de vergunning verleend voor maximaal 2 jaar. De gemeente kan ook voor een kortere termijn kiezen. Als de eigenaar of beheerder van de woonruimte erom vraagt, kan de vergunning telkens voor maximaal 1 jaar worden verlengd. De totale lengte van de vergunning is voor sloop- of renovatiewoningen nooit meer dan 7 jaar, voor woonruimte in een gebouw nooit meer dan 10 jaar.
Bij tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet gelden de normale huurbeschermingsregels niet. De huurder heeft dus geen huurbescherming bij beëindiging van de huur. De huurovereenkomst moet wel voor ten minste 6 maanden zijn en er geldt een opzegtermijn van minimaal 1 maand voor de huurder en minimaal 3 maanden voor de verhuurder. De huurovereenkomst stopt automatisch als de vergunning is verlopen. Als een verlenging van de vergunning is aangevraagd en nog geen beslissing is genomen, loopt de huurovereenkomst door.
In de (schriftelijke) huurovereenkomst moet duidelijk staan:
Voldoet de huurovereenkomst hier niet aan, dan loopt de verhuurder het risico dat de verhuur als gewone verhuur wordt gezien en hij de huur niet kan beëindigen.
De huurprijs mag niet hoger zijn dan de prijs die in de vergunning staat. De maximale huurprijs wordt vastgesteld met het puntensysteem voor huurwoningen. Voor te koop staande koopwoningen wordt bij nieuwe vergunningen (op of na 1 juli 2013) geen maximale huurprijs meer in de vergunning opgenomen. De huurprijs is in die gevallen vrij overeen te komen.
Als u uw woning tijdelijk verhuurt, valt deze voor de Belastingdienst niet meer in box 1 (inkomen uit werk en eigen woning), maar in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen). Dat betekent dat er vanaf dat moment geen aftrek van de hypotheekrente meer mogelijk is. Als de woning uit de verhuur komt, en weer leeg komt te staan, mag u wel opnieuw de hypotheekrente aftrekken.
Sinds 1 januari 2010 kan de hypotheekrenteaftrek voor de te koop staande voormalige eigen woning herleven na een periode van tijdelijke verhuur. Dit is mogelijk tot en met het jaar 2014. Als de verhuur daarna eindigt, valt deze voor de Belastingdienst niet meer in box 1 (inkomen uit werk en eigen woning), maar in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen).
Ik wil een gratis verhuuradvies voor het verhuren van mijn woning